Toelichting
bijstelling algemene uitkering gemeentefonds
De uitkering uit het gemeentefonds wordt via een groot aantal verdeelmaatstaven uitgekeerd aan gemeenten. Op basis van de uitkomsten van de programmarekening 2016, onze prognoses met betrekking tot de bevolkingsopbouw (gemiddelde woningbezetting, jongeren, ouderen, minderheden, leerlingenprognose, belastingcapaciteit etc.) en landelijke trends en ontwikkelingen hebben wij onze ramingen bijgesteld. Voorts hebben wij onze ramingen bijgesteld op de nieuwste woningbouwplanning en de uitkomsten van de Decembercirculaire 2016 en de Meicirculaire 2017. Op grond van al deze bijstellingen ontvangen wij een hogere uitkering uit het gemeentefonds. De ramingen zijn hierop bijgesteld.
a. gf sociaal domein: jeugd
In de meicirculaire is aangegeven dat wij een hogere uitkering ontvangen voor het sociaal domein. In totaal gaat het om een bedrag van € 2,1 miljoen; hiervan heeft € 1,2 miljoen betrekking op het onderdeel jeugd.
b. gf sociaal domein: participatie
In de meicirculaire is aangegeven dat wij een lagere uitkering ontvangen voor het onderdeel participatie uit het sociaal domein. Dat komt omdat bij de wsw de verdeling nu is gekoppeld aan de gemeente waarin de wsw-er werkzaam is cq een dienstverband heeft en niet langer aan de gemeente waarin de wsw-er woont. Hierdoor vallen de kosten voor onze gemeente lager uit en ontvangen wij ook € 0,7 miljoen minder voor sociaal werkvoorzieningschap. Voor het onderdeel re-integratie ontvangen wij daarentegen € 0,1 miljoen meer.
c. gf sociaal domein: WMO
In de meicirculaire is aangegeven dat wij een hogere uitkering ontvangen voor het het sociaal domein. In totaal gaat het om een bedrag van € 2,1 miloen; hiervan heeft € 1,4 miljoen betrekking op het onderdeel maatschappelijke ondersteuning uit het sociaal domen.
Gemeentefonds meicirculaire
De Meicirculaire is gebaseerd op de voorjaarsbesluitvorming van het Rijk. Vanwege de demissionaire status van het kabinet is deze beleidsarm; wel zijn de rijksuitgaven bijgesteld op de hogere inflatie. Per saldo heeft dit geresulteerd in een hoger accres voor 2017 van € 0,7 miljoen en voor 2018 van € 2,5 miljoen. Hierop hebben wij onze ramingen bijgesteld. Na deze bijstelling is nog een bedrag van € 3,7 miljoen beschikbaar. De huidige cao is op 1 mei jongstleden verlopen; momenteel vinden er onderhan-delingen plaats tussen de VNG en de vakbonden. Op basis van de recentelijk afgesloten cao van de provincies houden wij vooralsnog rekening met 3,4% loonkostenstijging. De structurele lasten vallen hierdoor € 1,5 miljoen hoger uit. Zoals uit de tabel blijkt, leidt dit per saldo tot een aanvullend voordeel van € 2,2 miljoen structureel.
stijging pensioenpremie en nieuwe normbedragen
Eind vorig jaar heeft het ABP op de valreep besloten om de pensioenpremie per 1 januari van dit jaar extra te verhogen. Daarnaast zijn ook de afspraken uit het IKB nog in de loonkosten verdisconteerd. Hierdoor vallen de loonkosten gemeente breed ruim € 2,3 miljoen hoger uit dan bij de begroting geraamd. Hiervan heeft een deelbetrekking op taken die worden gedekt uit lokale heffingen, de grondexploitatie of uit de prijsbijstelling die wij hebben ontvangen over de integratie-uitkering sociaal domen en de integratie uitkering Wmo huishoudelijke hulp. Omdat kostenstijging uit deze heffingen/middelen moeten worden afgedekt, komt per saldo € 1,4 miljoen ten laste van de algemene middelen. Hierop hebben wij de budgetten aangepast. Het CPB heeft recentelijk de ramingen van de inflatie bijge-steld; óók die voor 2017. Volgens het CPB vallen die nu 0,9% hoger uit dan in september geraamd. Bij de meicirculaire zijn wij hiervoor via de accressen gecompenseerd; de hogere loonkosten kunnen wij hieruit afdekken.
opbrengst OZB
Doorwerking effecten Programmarekening 2016 Op basis van de uitkomsten van de Programmarekening 2016 hebben wij de ramingen van de OZB bijge-steld. Als gevolg van de economische crisis valt de opbrengst OZB lager uit. Hierdoor is onder andere sprake van inkomstenderving door leegstand. Dit heeft niet alleen een effect op de opbrengst, maar ook een drukkend effect op de WOZ-waardering van het onroerend goed. In totaal heeft dit geresulteerd in een structureel nadeel van € 0,2 miljoen Oplevering nieuwbouw winkels, scholen, etc. In de begroting ramen wij een investeringsvolume van € 50 miljoen per jaar voor investeringen van bedrijven, kantoren en winkels, scholen en diverse maatschappelijke investeringen. Bijstelling woningbouwprognose De bijstelling van de woningbouwprognose leidt tot een hogere opbrengst van de OZB. In deze voorjaarsnota ramen wij nu ook de jaarschijf 2021 ramen; hierdoor ontstaat een voordeel van € 0,7 miljoen in 2021.
opbrengst hondenbelasting
Zoals in de Programmarekening 2016 is toegelicht, wordt er minder hondenbelasting geïncasseerd. Op grond hiervan hebben wij de ramingen verlaagd met € 80.000. Deze trend doet zich overigens ook landelijk voor.
dividend nutsbedrijven
Recentelijk hebben Vitens en Alliander hun jaarrekening over 2016 gepubliceerd. Op basis van de informatie uit deze jaarrekeningen hebben wij onze ramingen bijgesteld. Vitens Als gevolg van het voordelige bedrijfsresultaat over 2016 ontvangen wij in 2017 een hoger dividend. Hierdoor is sprake van een voordeel van € 326.000. Vanaf 2018 verwachten wij echter minder dividend over ons aandelenpakket te ontvangen. Op grond van regelgeving moet Vitens bovenmatige rendementen in de vorm van tariefsverlaging teruggegeven aan haar klanten. Hierdoor staan de resultaten onder druk, waardoor de dividenduitkeringen lager zullen uitvallen. De voordelige bedrijfsresultaten over 2016 leiden ook al tot een neerwaartse aanpassing van de dividenduitkering voor 2018. Vooralsnog gaan wij er vanuit dat hierdoor onze dividenduitkering in 2018 terug zal vallen van € 0,9 miljoen naar € 0,6 miljoen en vanaf 2019 naar € 0,3 miljoen. Alliander Het afgelopen jaar heeft een aantal gemeenten precario op kabels en leidingen ingevoerd. Sinds dit jaar is dat niet meer mogelijk. Omdat Alliander deze kosten nog niet volledig in haar verbruikstarieven heeft kunnen verwerken, valt de dividenduitkering in 2018 ook nog lager uit. Wij verwachten dat onze dividenduitkering jaarlijks € 0,5 miljoen zal bedragen.
Egaliseren perspectief via saldireserve
Het is gebruikelijk om voor het lopende begrotingsjaar en de eerste drie jaar daarna een sluitend resultaat te presenteren. Alleen voor het laatste jaar van het perspectief wordt dit niet gedaan, omdat dit het structurele begrotingspeil weergeeft. In de praktijk fluctueert de begroting van jaar op jaar en laten de jaarschijven daardoor een kleine plus of min onder de streep zien. Om toch op nul uit te komen worden de plussen en minnen verrekend met de saldireserve: het zogenaamde egaliseren van de meerjarenbegroting. Zo wordt het tekort in 2017 aangezuiverd uit de saldireserve en worden de overschotten voor 2018 tot en met 2020 hier weer in gestort.